Meer lucht in uw winterbanden
Temperatuur heeft een aanzienlijke invloed op de bandenspanning. Voor zomerbanden raden we aan om de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning te gebruiken. Winterbanden kunt u het beste oppompen tot 0,2 bar boven de aanbevolen bandenspanning voor zomerbanden. De temperatuur in een warme garage kan tot 30 ˚C hoger zijn dan buiten. De bandenspanning die binnen wordt gemeten, is lager dan vereist in de buitentemperatuur.
Voorbeeld: De temperatuur in de garage is +20 ˚C en de buitentemperatuur is -10 ˚C. Als de bandenspanning in de garage wordt aangepast, moeten de banden 30 kPa (0,3 bar) hoger worden opgepompt dan de aanbevolen spanning om buiten de correcte spanning te behouden.
Meer veiligheid en een langere levensduur
Bestuurders moeten naast de juiste bandenspanning ook controleren of unidirectionele banden op de juiste manier zijn gemonteerd. De pijl op de zijwand van de band geeft de rolrichting aan.
De voor- en achterbanden kunnen elke 5.000 tot 10.000 kilometer van de ene as naar de andere worden gewisseld om de levensduur van de banden te verlengen. De banden verslijten dan gelijkmatig en vertonen kleinere verschillen in slijtage.
Banden met de markering M+S (bestemd voor gebruik in de winter) moeten zorgvuldig worden ingereden. Vermijd de eerste 500 kilometer plotseling accelereren en remmen. Voorzichtig inrijden verbetert de duurzaamheid van spijkerbeslag: de spijkers blijven dan stevig vast in de banden zitten.